Steeds meer mensen gebruiken warmtepompen en airco’s om hun huis te verwarmen of te koelen. Deze apparaten hebben een buitenunit die geluid maakt. Dat geluid kan vervelend zijn voor de buren. Om overlast te voorkomen zijn regels gemaakt in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Die regels gaan over hoeveel geluid zo’n installatie mag maken ter plaatse van de erfgrens of de woning van de buren. Het gaat om artikelen 4.107 lid 2 en 4.108 lid 3.
Het geluidsniveau wordt gemeten in decibel, afgekort als dB. Hoe hoger het getal, hoe harder het geluid.
De regels in het kort
- Een installatie mag op de erfgrens van de buren niet meer dan 40 dB geluid maken.
- Gaat het om een andere woning op hetzelfde terrein (zoals een bovenwoning), dan geldt die 40 dB bij een open raam of deur van die woning.
- De grens van 40 dB geldt in de avond en nacht, tussen 19:00 en 07:00 uur.
Overdag (tussen 07:00 en 19:00 uur) mag het geluid iets harder zijn: 45 dB, als de installatie meerdere standen heeft.
Het is slim om van tevoren uit te zoeken hoeveel geluid het apparaat dat u wil kopen maakt en op welke afstand tot de erfgrens met de buren (of het raam/deur van de bovenwoning) het geluid de grenswaarde niet overstijgt. Hieronder leggen we uit hoe u deze berekening uitvoert en welke maatregelen u kunt treffen om het geluid wat meer te dempen.
Hoeveel geluid
Begin met uitzoeken hoeveel geluid de buitenunit maakt. De leverancier geeft dit meestal op twee manieren aan:
- Het geluid vlak bij het apparaat (op 1 meter afstand), of
- Het bronvermogen (het totale geluid dat het apparaat maakt).
Wordt alleen het geluid op 1 meter verschaft? Tel daar dan 9 dB bij op om het bronvermogen te berekenen. Omdat de metingen vaak onder ideale (stille) omstandigheden worden gedaan, is het slim om voor de zekerheid nog eens 3 dB extra op te tellen bij het bronvermogen. Zo weet u beter wat u in de praktijk kunt verwachten.
In veel gevallen is sprake van ‘tonaal geluid’, het geluid wordt dan door een specifieke frequentie bepaald. Dit wordt als extra hinderlijk ervaren. Hiervoor wordt een toeslag van 1 tot 6 dB toegepast.
Voorbeeld 1:
De leverancier zegt dat de buitenunit 48 dB geluid maakt op 1 meter afstand.
Om het bronvermogen te berekenen, telt u daar de volgende waardes bij op:
- 9 dB (om van 1 meter naar het bronvermogen te rekenen)
- 3 dB (extra marge voor zekerheid en eventuele tonaliteit)
Berekening:
48 + 9 + 3 = 60 dB (bronvermogen)
Voorbeeld 2:
De leverancier geeft het bronvermogen direct op: 57 dB.
Tel dan alleen 3 dB extra marge op: 57 + 3 = 60 dB (bronvermogen)
Afstanden
Het geluid van de installatie neemt op grotere afstand steeds meer af. Hoeveel het geluid afneemt hangt af van de locatie waar de installatie staat. Als de installatie ‘vrij’ staat opgesteld, zonder bebouwing binnen een straal van 3 meter, neemt het geluid sneller af dan wanneer deze opgesteld staat voor een hard vlak (bijvoorbeeld woning) of in een harde hoek. In de volgende figuur is met een tekening weergegeven hoe de opstelling eruit kan zien en hoe snel het geluid afneemt.
Figuur 1 afname geluidsdruk met afstand

Let op: De bovenstaande berekening is een voorbeeld. In de praktijk kan het werkelijke geluidsniveau afwijken, afhankelijk van het type installatie, de omgeving en hoe de meting is uitgevoerd. Raadpleeg de leverancier of een specialist voor een nauwkeurige inschatting.
Wanneer we een warmtepomp hebben met een bronvermogen van 60 dB uit het eerdere voorbeeld, moet het geluid met minimaal 20 dB afnemen om aan 40 dB te kunnen voldoen. Uit voorgaande figuur zijn de volgende afstanden tot de erfgrens of te openen ramen en deuren van een andere woning op hetzelfde perceel af te lezen:
- minimaal 3 meter als er geen hard vlak nabij de buitenunit staat;
- minimaal 5 meter als er een hard vlak binnen 3 meter van de buitenunit staat;
- meer dan 7 meter als de buitenunit in een harde hoek staat.
Maatregelen
Genoemde afstanden zijn fors en in veel gevallen is deze ruimte er niet. Om de geluiduitstraling naar de omgeving zo laag mogelijk ter houden kunt u maatregelen nemen:
- Een zo stil mogelijke unit kiezen
Het is verstandig om in eerste instantie een zo stil mogelijke unit te kiezen. Hierbij kan ook voor een unit met een wat groter vermogen gekozen worden. Als de unit niet op vol vermogen hoeft te draaien, is het geluid ook lager. Dit kan in eerste instantie duurder zijn, maar kan kosten voor maatregelen achteraf voorkomen.
- Plaatsing in de tuin
Het komt veel voor dat de buitenunit op een plat dak van een berging geplaatst wordt. Bedenk hierbij dat deze vaak op korte afstand van de erfgrens van de buren en/of de slaapkamer van de buren en mogelijk ook uw eigen slaapkamer staat. In dat geval is de kans groot dat niet voldaan wordt aan de norm van 40 dB. Het is ook moeilijk om dan nog afscherming te realiseren. U bespaart dan wel ruimte in uw tuin, maar de kans op geluidhinder is ook groter. Wanneer de buitenunit in de tuin geplaatst wordt, biedt dat meer mogelijkheden om maatregelen te treffen.
- Omkasting
Bij maatregelen kan gedacht worden aan een omkasting rondom de buitenunit. Hierbij dient er rekening mee gehouden te worden dat dit ook de nodige kosten met zich mee brengt en dat het effect meestal zo’n 2 tot 5 dB bedraagt. Praktisch gezien kan met een omkasting hooguit 8 dB reductie behaald worden.
- Afscherming door bijvoorbeeld een schutting
Een andere optie is het plaatsen van een goede afscherming. Hierbij dient een scherm volledig gesloten te zijn en een massa (gewicht) van minimaal 10 kg/m2 te hebben. De meeste erfafscheidingen voldoen hier niet aan. Veel schuttingen zijn voorzien van naden en kieren, waardoor deze niet volledig gesloten zijn. Als er bebouwing is op uw perceel, zoals een berging of tuinhuis, dan kan het verstandig zijn om deze in te zetten als afscherming.
- Uit het zicht plaatsen
Bedenk hierbij dat wanneer de buren de buitenunit niet kunnen zien, de kans op geluidhinder ook kleiner is. Als het zicht is afgeschermd, is het geluid vaak ook afgeschermd. Dit geldt met name wanneer de afscherming gesloten bebouwing is. Dus niet wanneer dit struiken zijn of een houten schutting met naden en kieren.
Overigens is het zo dat wanneer u aan de norm van 40 dB voldoet, dit nog steeds kan betekenen dat uw buren het geluid als hinderlijk ervaren. Sommige mensen zijn gevoeliger voor geluid dan anderen.
Kortom: houd bij de aanschaf van een installatie voor warmte- en koudeopwekking rekening met het geluid dat de buitenunit produceert. Het kan uw buren of uzelf hinderen. Laat u goed informeren over de geluidproductie van de buitenunit en meet waar deze het beste geplaatst kan worden.